
De
Estische Vereniging Historische schepen organiseert een avontuurlijke
tocht met oude boten. Maak kennis met de geschiedenis en de
pittorekse natuur van Estland!
Voor
iedereen die geļnteresseerd is in historische schepen en van de
natuur houdt is het projekt Estland: natuur en historische
schepen een uitstekende
mogelijkheid een spannende reis te maken. Maak een tocht met diverse
scheepstypes die in vroeger tijden in de kust- en binnenwateren van
Estland in gebruik zijn geweest, geniet van de prachtige rivieren van
het land, maak kennis met de oude scheepsbouw- en visserijtradities
aan de oevers van het Peipsi- en het Võrtsmeer en breng een
bezoek aan de kust van de Finse Golf en de Oostzee met hun vele
inhammen en eilanden. Leer een gedeelte van Estland kennen dat buiten
de geijkte toeristische routes ligt. U krijgt informatie over de
verschillende soorten schepen die van oudsher in Estland gebruikt
werden en kunt zelf deelnemen aan workshops waar deze gebouwd worden,
u maakt kennis met de bijzondere cultuur van de Russisch-orthodoxe
dorpjes aan het Peipsimeer en u brengt een bezoek aan de gebieden in
het westen van Estland waar ooit de zogenaamde Kustzweden woonden.
Aan
dit projekt nemen zes organisaties deel, die ieder ijveren voor het
bewaren van een bepaald historisch scheeptype en die samen proberen
de tradities van Estland op dit gebied in stand te houden. Verder
bieden ze iedereen die geļnteresseerd is in historische schepen en
in natuur een veelzijdig pakket van interessante belevenissen aan.
Met
een boot uit de Hanzetijd over de rivier de Emajõgi
De
lodi
is een boot die al in de veertiende eeuw op het Peipsimeer gebruikt
werd. Van de Hanzetijd tot de Tweede Wereldoorlog werden met deze
boot handelsreizen ondernomen over het Peipsimeer en over de rivier
de Emajõgi tot aan het Võrtsmeer. Bootbouwers van de
Emajõgi Lodi-Vereniging
voltooiden in 2005 de bouw van een historische lodi.
Deze boot, met een romp van aan elkaar genagelde planken, is breed
voor zijn lengte van 12 meter. De lodi
zal het komende seizoen worden gebruikt om tochten langs de oude
handelsroutes te maken.
Vanuit
Tartu kan de kapitein kan met zijn bemanning (tot 30 man) naar het
oosten of het westen varen. Aan de oevers van het Peipsimeer kan
kennis gemaakt worden met de cultuur van bijzondere volksgroepen
zoals de Russische oudgelovigen,
of de Seto’s die
aan het zuidwestelijke uiteinde van het meer wonen. In Suursoo, een
beschermd natuurgebied waar de rivier de Emajõgi in het
Peipsimeer uitmondt, kan men heerlijk tot rust komen. Aan het
Võrtsmeer ligt het natuurgebied Alam-Pedja, waar het
Natuurfonds van Estland werkkampen voor vrijwilligers organiseert. In
de oude Hanzestad Tartu
kan men onder begeleiding van een gids nader kennis maken met oude
kerken, de ruļnes van de stadsmuren, en diverse musea. Even buiten
de stad is de Emajõgi Lodi-Werkplaats,
waar bezoekers oude ambachten kunnen zien (en uitproberen!) die met
de scheepsbouw verbonden zijn: touwdraaien, het buigen van
planken, en smeden. Hier kan
men ook zien hoe de volgende Peipsi-lodi
wordt gebouwd.
Met
een traditioneel zeilschip over het Võrtsmeer
De
kale
is een zeilschip dat lange tijd op het Võrtsmeer door vissers
gebruikt werd. Vooral in de jaren dertig tot en met zeventig van de
twintigste eeuw was dit schip populair, niet alleen als vissersboot
maar ook als pleziervaartuig. Nu is er van deze sierlijke schepen nog
maar één over, de twaalf meter lange “Paula”. Dit
schip, dat plaats biedt aan 25 mensen, werd in de zomer van 2005
voltooid onder leiding van de plaatselijke scheepsbouwmeester Väino
Leiaru. Met dit schip kunnen nu educatieve
en toeristische tochten
worden gemaakt langs de interessantste plaatsen aan het
Võrtsmeer.
De
vissers die hier’s
morgens vroeg uitvaren nemen graag gasten mee. Hier kan men
informatie krijgen over de traditionele visvangst met
sleepnetten, een vorm van
vissen die nu verboden is, en kan men genieten van versgevangen,
op een houtvuur geroosterde vis.
De kapitein van de “Paula” brengt passagiers ook graag naar het
Insituut voor Limnologie
of het Võrtsmeer-Museum.
Ook kan een bezoek worden gebracht aan het in het Võrtsmeer
gelegen eiland Tondisaar
of aan een van de vissersdorpjes, waar men kan zien hoe hier
traditioneel vissersboten gebouwd
worden.
Met
de kano over de rivieren van Soomaa
Van
een uitgeholde boomstam gemaakte kano’s zijn misschien wel de
oudste soort boot die er
bestaat. Al in de steentijd
werden op diverse rivieren in Estland kano’s gebruikt. Het
bekendste model is de haabjas,
een van espehout gemaakte kano. Het natuurgebied Soomaa is een
moerassig gebied aan de rivier de Pärnu (vlakbij de stad met
dezelfde naam, in het zuidwesten van Estland). De overstromingen die
hier ieder jaar in het voorjaar plaatsvinden worden wel het vijfde
jaargetijde genoemd. Hier wordt de oude traditie in ere gehouden: de
haabjas wordt nog
altijd gebouwd en gebruikt. De pittoreske rivieren van Soomaa nodigen
uit tot het maken van korte of langere kanotochten. Bezoekers kunnen
genieten van de
natuur, die hier in zijn
oorspronkelijke staat bewaard gebleven is, of deelnemen aan workshops
haabjas-bouwen.
En na een vermoeiende dag kunnen de natuurvrienden de rooksauna
uitproberen en in blokhutten
overnachten.
Met
een zweedse jol naar Hiiumaa en Saaremaa
De
zogenaamde Kustzweden,
die vanaf de dertiende eeuw tot het jaar 1944 aan de westkust van
Estland en op de eilanden woonden, gebruikten voor de kustvaart een
klein zeilschip, een
slank soort jol. De inwoners van het eiland Ruhnu (Runö)
gebruikten dit soort scheepjes in de periode 1860–1920 voornamelijk
voor de zeehondenjacht
en de handelsvaart.
De enige bewaard gebleven tweemastige jol is te vinden in de haven
van Haapsalu, een
stad die bekend is om de ruļnes van de bisschopsvesting,
waar het volgens de legende spookt.
Hier kunnen gasten samen met de bemanning van het schip een
avontuurlijke reis
ondernemen over de zeestraat
tussen de westkust van Estland
en de eilanden. Op
deze reis kan een bezoek worden gebracht aan de gebieden waar vroeger
de Kustzweden
woorden, en overal kan worden genoten van schitterende vergezichten
en een unieke natuur. Het Museum van de Kustzweden
in Haapsalu biedt een overzicht van de geschiedenis van de
Kustzweden; ook over de zeiljol van deze streken is informatie te
vinden.
Een
bezoek aan het grootste motorzeilschip van Estland
De
driemaster “Ernst Jaakson” is 35 meter lang en 8 meter breed.
Daarmee is dit handelsschip een van de grootste in zijn soort in de
Baltische landen. Dit
zeilschip werd in 1937-1939 gebouwd en was net voor de Tweede
Wereldoorlog klaar. De eerste jaren was het schip buiten de grenzen
van Estland in gebruik. Nu, ruim een halve eeuw later, is deze reus
naar de haven van Sõru op Hiiumaa gebracht, naar de
enige werf in Estland waar houten schepen worden gerestaureerd.
Bezoekers kunnen de restauratiewerkzaamheden op de voet volgen en de
scheepsbouwers ook vragen stellen. Liefhebbers van oude schepen
vinden in het Zeemuseum van Sõru
veel interessants, en de prachtige natuur van het eiland Hiiumaa
heeft voor elk wat wils.
Op
zeeroverstocht op de Oostzee met de “iris”
De
tweemaster “Iris” is 30 meter lang en heeft een waterverplaatsing
van 122 ton. Deze galjas is het oudste en grootste bewaard gebleven
zeilschip in Estland. Dit handelsschip, dat een houten romp heeft,
werd in 1945 gebouwd om hout te transporteren op de Oostzee. Dit
kleurrijke zeilschip bevaart nu de Oostzee van Finland tot
Denemarken. Het schip kan tot 36 passagiers aan boord nemen voor
dagtochten of langere reizen.
Een geliefd reisdoel zijn de Estische eilanden
met hun unieke natuur,
maar ook de Ålandseilanden
in Finland en het
Zweedse eilandGotland kunnen worden
bezocht.
|